Achterhoek

Na jaren een aanhouding in een oude politiezaak, hoe kan dat?

De politie zocht in een coldcasezaak in een kelder naar sporen van Duncan
© Omroep Gelderland
TERBORG - Hoe kan het dat in twee oude, zogenoemde, cold cases de afgelopen weken ineens meer duidelijk is geworden? In twee Gelderse zaken, die jarenlang een raadsel bleven, zijn in korte tijd verdachten aangehouden.
Dat roept de vraag op: hoe kan dat na zoveel jaren ineens? Die vraag legden we voor aan het coldcaseteam van de politie Oost- Nederland.

Waar ging het ook alweer om?

Het coldcaseteam van de politie Oost-Nederland hield de afgelopen weken twee verdachten aan in de zaak rond Tonny ter Horst. Hij kwam in 2000 om het leven toen vluchtende overvallers hem doodschoten. Daarnaast werd een man opgepakt in de zaak van Duncan Zwakke in Zutphen. Zwakke verdween in 1989 spoorloos. Nu zit een man vast op verdenking van moord.

Wat zijn cold cases?

De politie spreekt van cold cases als het gaat om zaken waar in een eerder stadium onderzoek naar is gedaan. Als er lang recherchewerk is verricht en er geen aanknopingspunten meer zijn en onderzoek dus zonder gewenst resultaat is gebleven. Het gaat daarbij dan om zaken waar sowieso een gevangenisstraf van minimaal 12 jaar op staat. Dat is het geval bij moord, doodslag of ernstige zedendelicten.

Hoeveel cold cases zijn er?

In totaal zijn er zo'n 1774 onopgeloste zaken. Dat is tenminste het cijfer dat de politie hanteert. Een exact aantal kan de politie niet geven, omdat nog niet alle zaken goed zijn gedigitaliseerd. Dat cijfer is ook al enkele jaren hetzelfde. Er worden zaken opgelost, en er komen zaken bij.
Bij Oost-Nederland, in Gelderland en Overijssel samen, gaat het volgens de politie om 220 zaken. Het zijn dan niet alleen moordzaken. Daarbij zitten ook nog onbekende doden en langdurig vermisten.

Waarom worden er ineens Gelderse zaken opgelost?

De politie spreekt in het geval van de zaken rondom Tonny ter Horst en Duncan Zwakke nog niet van 'opgelost'. Ze spreekt officieel pas van 'opgelost' als de verdachten ook werkelijk berecht zijn. Dat is nu nog niet het geval. Er zitten in beide zaken verdachten vast. De politie noemt het wel een doorbraak dat er na zoveel jaren verdachten zijn aangehouden.

Waarom melden getuigen zich na zoveel jaren?

Dat is voor de politie ook speculeren. De woordvoerder vindt het lastig om daar een antwoord op te geven dat gebaseerd is op feiten, maar onderzoek toont aan dat in Nederland zo'n 800 mensen informatie hebben over cold cases. De politie probeert die mensen na zoveel jaren aan te zetten om die informatie te delen. Hernieuwde aandacht kan daar in de ogen van de politie aan bijdragen. Het vermoeden bestaat bij de politie dat iemand eerst niet durfde te getuigen, maar dat jaren later wel durft. Bijvoorbeeld omdat onderlinge relaties veranderd zijn.

Hoe lost de politie zo'n cold case op?

De cold caseteams van de politie zetten verschillende middelen in om een zaak op te lossen. Dat kan zijn met behulp van nieuwe, verbeterde forensische ontwikkelingen. Maar ook externe mogelijkheden worden bekeken. Zo verspreidde de politie een aantal jaren een cold casekalender in penitentiaire inrichtingen en TBS-instellingen. Dat doet ze nu niet meer.
Verder brengt de politie zaken onder de aandacht van het grote publiek door middel van bijvoorbeeld interviews, podcasts, opsporingsprogramma's. Ook werkt ze mee aan initiatieven zoals die soms komen van organisaties als de Peter R. de Vriesfoundation.

Op welke zaken richt de politie zich?

De politie zegt het liefst alle zaken op te lossen, want achter elke zaak ziet ze veel verdriet bij familie en nabestaanden. Maar ze moet ook realistisch zijn. In heel Nederland zitten 120 fte's in cold caseteams. In cold cases is al veel werk gaan zitten en het is daarom logisch dat de capaciteit ingezet wordt op die zaken waar kansen inzitten. En dat zijn dus nieuwe technieken, nieuwe tips van getuigen of een DNA-match.
Fte betekent Full Time Equivalent. Het is een meeteenheid die gelijkstaat aan het totaal aantal uur van een voltijd-werknemer.